Na dat KWPN tv is wezen filmen, verscheen er ook een uitgebreid interview in de In De Strengen.
Voor die gene die het verhaal gemist hebben en het toch nog terug willen lezen, hieronder de tekst geschreven door Gemma Jansen.
Linda Leeflang
Van topmedewerkster naar eigen trainingsstal
De meeste mensen die wat betekenen in de paardenwereld, hebben vaak ouders met een paardenachtergrond of komen uit een vermogende familie. Geen van beide gaat op voor Linda Leeflang, die ondanks dat ze pas dit jaar dertig wordt al een hele reputatie heeft als het gaat om het klaarmaken en voorstellen van keuringspaarden. Sinds 9 januari van dit jaar trok ze de stoute schoenen aan en ging van start met Trainingsstal Leeflang.
De liefde voor paarden van de Rotterdamse Linda dateert van de keer dat een buurmeisje haar vroeg mee te gaan naar de manege. Ik was meteen verkocht en ging in de buurt op les bij een manege. In eerste instantie alleen op zaterdag. In ruil voor mesten mocht ik daar steeds meer rijden. In die tijd heb ik heel wat kruiwagentjes mest weg gereden. Als er een nieuw paard kwam, mocht ik er altijd als eerste op, want ik was nergens bang voor. Later mocht ik op het paard van een boer rijden. Uit school ging ik erheen, stapte met een rugzakje in het zadel, reed naar mijn ouderlijk om mijn avondeten naar binnen te schuiven, maakte vervolgens een rondje in het park en bracht daarna het paard weer terug naar de boerderij. Best tijdrovend allemaal.
Omdat paarden mijn hobby waren en ik dat graag zo wilde laten, koos ik na mijn middelbare school doelbewust voor een HBO-opleiding Administratie. Maar dat was saai, al die cijfers bleken echt niet mijn ding en ik kroop al snel tegen de muren op van verveling. Mijn moeder zag het gebeuren en zei op een dag tegen mij: “Kun je niet iets gaan doen wat je leuk vindt, iets met paarden of zo?” Toen heb ik alsnog voor de hippische opleiding in Deurne gekozen. Daar voelde ik mij zeker in het begin de kneus van de klas; ik kwam van de manege af, had geen ouders met paarden en volgde de opleiding niet met een eigen maar met een schoolpaard. Ik moest er dan misschien het hardste aan trekken, maar ik probeerde wel steeds mezelf te verbeteren.
In Deurne stonden ook zogenaamde revalidatiepaarden, die weer op conditie getraind moesten worden en daar was ik, ieder vrij uur, bij te vinden. Hoe meer ik er mocht rijden, hoe liever het me was. Mijn eerste stage was bij een springstal, bij stal Van Helden in Soest, voornamelijk omdat ik springen toen interessanter vond dan dressuur. In mijn tweede jaar kwam ik terecht op De Dalhoeve. Daar kwam ik er pas achter, dat dressuurpaarden ook heel leuk waren. In mijn derde Deurne-jaar zei Nol Gerritsen: “Kom weer hier en dan kun je je opleiding in deeltijd afmaken.” En voor ik het wist, was ik tien jaar verder!
Alleen maar fanatieker
In die tien jaar heb ik bij Nol en Jeannette alle kansen gehad om mezelf te ontwikkelen en heel veel geleerd. Een andere, vaste werknemer van De Dalhoeve, Sjoerd van Leeuwen heeft mij de eerste kneepjes bijgebracht van het keuringsklaar maken van paarden. Hij leerde mij hoe ze gelongeerd en bijgezet moesten worden. In de winter stond bij De Dalhoeve alles in het teken van de Hengstenkeuring en dan longeerden we samen. In de zomer was Sjoerd veel onderweg om merries te insemineren en dan trainde ik de keuringspaarden zelfstandig. Hoewel Nol dan vanaf de zijlijn natuurlijk wel regelmatig meekeek.
Daarnaast luisterde en keek ik altijd naar hoe andere mensen hun paarden voorbereidden op keuring. Dat vond ik heel interessant en met wat ik zag, knutselde ik thuis weer verder. Ik werkte op De Dalhoeve in een fijn team en samen hebben we veel successen meegemaakt. Ondermeer de Gelderse hengst Festival heb ik keuringsklaar gemaakt en hij werd voordat hij de Select Sale inging, kampioen van de Hengstenkeuring. Ook El Capone heb ik voorbereid op de Hengstenkeuring en hij kreeg een uitnodiging voor de Kampioenskeuring. Dit laatste gold drie jaar geleden ook voor Hummer.
In de G-jaargang werd de door mij getrainde Gamante eerst Brabants en vervolgens Nationaal Kampioen van de driejarige merries. In datzelfde jaar kreeg ik ook Gurona onder mijn hoede. Ze was zo vreselijk ril en gespannen, dat ze als bijnaam ‘Shaky’ kreeg. Op stal hadden ze weinig vertrouwen in haar en zeiden allemaal “Dat wordt niets met dat paard.” Van dat soort uitlatingen word ik alleen maar fanatieker. Ik heb nog nooit een paard opgegeven, hoe gekker, hoe beter. Voor zulke paarden heb ik engelengeduld en ben ik heel relaxed. In de jaren dat ik dit werk doe, heb ik overal maniertjes voor gevonden om bij lastige paarden toch alles voor elkaar te krijgen. Ik praat niet zachter en ben zeker niet te voorzichtig. Ik blijf altijd mezelf en dan wordt een paard, zoals ze dat bij De Dalhoeve zo mooi noemden ‘Linda-proof’. Daar kan dan iedereen mee overweg!
Uiteindelijk behaalde Gurona op de stamboekkeuring 90 punten voor haar draf, houding en balans en via de Centrale Keuring kreeg ze ook nog een uitnodiging voor de Nationale Merriekeuring. Mijn laatste jaar op De Dalhoeve was het jaar van de grote successen. In dat jaar werden er maar liefst tweeëntwintig van de door onze stal keuringsklaar gemaakte merries voorlopig keur, mochten er zes mee naar de Nationale Merriekeuring en liepen er drie mee in de finale van de beste dressuurmerries van Nederland.
Sprong in het diepe
In zo’n omgeving groeide ik en werd succesvol. Hoger kon ik daar niet op de ladder klimmen, maar na tien jaar vond ik het tijd worden voor een nieuwe uitdaging. Die dacht ik te vinden bij Black Horse, maar daar ben ik met beide benen wel weer heel hard op de grond gezet. Ik paste er niet, in Alblasserdam was springen het belangrijkst en keuringsklaar maken van ondergeschikt belang. Ik kon er niet doen wat ik wilde en presteerde voor mijn gevoel onvoldoende.
Zestien maanden heb ik het geprobeerd en raakte behoorlijk gefrustreerd. De Dalhoeve stond al een tijdje te koop en toen ik er werkte, zei ik altijd: “Als De Dalhoeve wordt verkocht, ga ik voor mezelf beginnen.” Uiteindelijk had ik de tussenstap bij Black Horse nodig om in het diepe te durven springen, en ik moet zeggen het is best leuk in het diepe! Ik heb die stap overigens niet impulsief genomen. Ik heb weliswaar geen jaar, maar zeker wel een half jaar getwijfeld. Tussendoor heb ik veel research gedaan en gepraat met vrienden, zoals de familie Andeweg en Marcel en Tamara van Manen. Hun advies: “Weet wat je waard bent, dus ga niet onder prijs zitten met je werk en laat gelukszoekers links liggen!”
Wat ook hielp om de stap te nemen, was dat ik een paar jaar geleden via Nol van Driekus Vonk een paard kon kopen voor normaal geld. Deze kon ik na verloop van tijd duur richting Amerika verkopen. Dit geld dient als buffer en dat voelt veilig. Ik huur nu een aantal stallen bij André de Klein in het dorp Dreumel, een steenworp afstand van De Dalhoeve. Hij bewoont met zijn gezin het huis bij de stallen.
Mijn appartement is er amper vijf minuten vandaan, ideaal dus. Het bedrijf heeft zeventien stallen en ik betaal huur per stal. Ik kan de paarden trainen in zowel een 20 bij 40 binnen- als buitenbaan. Een stapmolen staat vooralsnog op de wishlist. Bij de overige bedrijven waar ik heb gewerkt, was er altijd veel rumoer en drukte om me heen, maar hier ben ik het grootste gedeelte van de dag alleen bezig en dat bevalt goed. Het gevoel hier is gewoon heel goed en het valt me op dat de paarden er zo snel wennen en geaard zijn. Hoe trouwens dingen samenkomen: in mijn Deurne-tijd moest ik een ondernemingsplan schrijven en dat heb ik heel toevallig op deze locatie gemaakt!
Ik denk wel dat keuringsklaar maken een vak apart is. Buiten het feit dat sommige faciliteiten simpelweg ontbreken bij de fokker, is hij wel in staat om objectief naar zijn eigen paard te kijken en slechte punten te herkennen? Vooral dat laatste is namelijk ontzettend belangrijk voor de training. Door gerichte training van houding en spieren probeer je niet alleen de sterke punten van een paard te markeren, maar tevens de slechtere punten te verbeteren.
Nooit in discussie gaan
Vroeger riep ik altijd, dat het keuringklaar maken van hengsten veel leuker was dan dat van merries. Sowieso hebben hengsten een stabieler karakter, terwijl merries van dag tot dag anders kunnen zijn. Dan moeten ze hengstig worden, dan zit er een ei vast, enzovoort. Maar tegenwoordig zijn er zulke leuke merries en heb ik inmiddels ook geleerd, hoe ik ermee moet omgaan. Bij een merrie moet je in ieder geval nooit in discussie gaan of je moet zeker weten dat je wint. Om een merrie fijn neer te zetten op de keuring heb ik minimaal twee maanden nodig. Als ze heel schraal is een maand langer. Natuurlijk wil ik het voor de klanten betaalbaar houden, maar die twee maanden zijn belangrijk om een paard op haar gemak ergens aan te laten wennen. Het liefst krijg ik ze zo rauw mogelijk, uit de wei en net halstermak. Dan kun je zo’n paard eigenlijk helemaal ‘opbouwen’; iedere keer dat ze angstig zijn kun je ze gerust stellen, maar ook kun je iedere stap die ze verkeerd doet corrigeren. Uiteindelijk wil ik dat ieder paard zo braaf wordt, dat iedereen er iets mee kan. Dat de eigenaren er thuis bij wijze van spreken onderdoor kunnen kruipen.
Met hengsten volg je een ander traject. De lat ligt vooraf al hoger, want er is heel veel geld mee gemoeid. Ik ben altijd eerlijk naar de klanten toe en zeg het als een hengst er niet op lijkt, vooral om ze niet op kosten te jagen. In september moet een hengst al op stal komen, want je hebt voor de eerste bezichtiging wel drie maanden nodig om ze er goed voor te zetten. Voor wat betreft het keuringsklaar maken van hengsten had ik niet op een ongunstiger tijdstip met mijn bedrijf kunnen beginnen. De KWPN-Hengstenkeuring begint in december en alle deelnemende hengsten waren al elders ondergebracht om ze keuringsklaar te laten maken. Voor volgend jaar heb ik al wel de eerste stal voor een hengst gereserveerd staan. De NRPS-keuring was wel later. Hier ben ik heen geweest met Joep, een nakomeling van Desperado x Ferro en met hem werd ik meteen kampioen, een goed begin dus!
Voor en na-foto
Overigens begint de trainingsperiode hetzelfde voor hengsten en merries. De eerste twee dagen krijgen ze een hoofdstelletje en een halster om en dan begin ik met longeren. De paarden waarmee ik hier begon, liet ik de eerste dag voor hun beweging meteen los in de bak, maar daar ben ik al weer vanaf gestapt. Immers alles is vreemd voor ze, ik ook, en het duurde nog al voordat ik ze weer te pakken had. Als ze eenmaal een week gelongeerd zijn, dan kennen ze mij en mijn stem en kan ik ze wel rustig een keertje loslaten.
Ik hou er niet van als de paarden op het hok staan. Zelfs op zondagmiddag ben ik op stal te vinden om de paarden op te strooien en ze naar buiten te doen. Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat een paard blij is. Een paard wat zich goed voelt en het werken leuk vindt, straalt dat ook uit. Natuurlijk moeten ze bij mij aan de longeerlijn echt wel hard werken, maar ik vraag ze nooit iedere dag tot het randje.
Het geheim van succes hebben op de keuring is naast een kwaliteitsvol paard ook de goede voorbereiding. Een paard moet de tijd krijgen om in zijn of haar lijf aan te kunnen wat wij ervan vragen. Oefening baart kunst en we laten niets aan het toeval over. Jordy Andeweg komt regelmatig om met ze aan de hand te oefenen en we gaan verschillende keren naar een voor de paarden nieuwe locatie, zodat wij weten wat ze doen op vreemd terrein.
Op een keuring er top uitzien, is niet het resultaat van een dag van tevoren wassen en poetsen. Meestal ben ik weken druk met het poetsen met de rosborstel en het opleggen van dekens voor de juiste temperatuur. Ik ben geen liefhebber van geschoren paarden, die ogen voor mij toch altijd minder mooi dan niet-geschoren paarden in hun eigen glanzende velletje. In die twee maanden krijg je gewoon een heel ander paard. Ik maak van ieder paard een voor en na-foto en het verschil daartussen blijft iedere keer weer geweldig om te zien. Mensen denken dat het alleen teamwork is als je op een paard zit, maar dat geldt net zo goed als je er naast staat.
Eigen kracht
Voor nu staan de hokken in Dreumel vol, ondanks dat de keuringsagenda nog maar net bekend is gemaakt. Een paar klanten ken ik nog van De Dalhoeve, maar het merendeel is nieuw en hier gekomen via mond-op-mond-reclame. Inmiddels heb ik al merries aangeboden gekregen uit Brabant, Gelderland en Zuid- en Noord-Holland. Op dit moment heb ik ook een paar merries op stal, die getraind moeten worden voor hun IBOP. Daar ben ik heel blij mee, want naast het keuringsklaar maken, kriebelt het erop willen zetten ook nog steeds.
Zadelmak behoort op mijn bedrijf ook tot de mogelijkheden. Voor de eerste paar keren heb ik een vaste ruiter. Het voorbereidende werk doe ik zelf en dan komen noch hij noch ik zelden voor verrassingen te staan. Ik weet immers al hoe de paarden reageren, op het werk, de singel, het zadel en de bijzet. Als de voorbereidingen goed zijn, dan gebeuren er eigenlijk nooit onverwachte dingen.
Zo’n bedrijf run je natuurlijk niet in je eentje; goede mensen om je heen zijn belangrijk! Daarvan heb ik er een paar verzameld. Pieter Heijden is een bekende hoefsmid in de regio. Ik ken hem al heel lang. Hij heeft het ontzettend druk en ik heb hem echt op mijn blote knieën moeten smeken of hij mijn vaste smid wilde worden, maar dat is gelukt. Jurgen van der Meijden uit Suylighem is mijn vaste dierenarts. Carolien Reverdink helpt mij heel goed met het rijden. Een meisje uit een dorp verderop, Hyui jin Vervoort waarmee ik zowel op De Dalhoeve als bij Black Horse gewerkt heb, helpt hier ook regelmatig. Zij heeft veel ervaring en is multifunctioneel inzetbaar. Overigens wil ik niet afhankelijk worden van stagiaires en draaien op eigen kracht, want daar betalen klanten voor en dat mogen ze van mij verwachten. Net als eerlijkheid!
Vroeger was ik die stagiaire van De Dalhoeve, vervolgens werd ik het meisje van De Dalhoeve en uiteindelijk kende iedereen me bij mijn eigen naam Linda. Ik rolde min of meer in het keuringsklaar maken en bleek er handig in te zijn. Als je iets goed kunt, vind je het ook vaak leuk. Ik ben dan ook gek op mijn werk; op de afwisseling en het verschil wat je kunt maken. Ik focus 100 % op mijn bedrijf en ben bloedgemotiveerd om mezelf te bewijzen. Ik hoop dan natuurlijk ook dat het een groot succes wordt en dat ooit mijn droom uitkomt: op een dag in Den Bosch op de Hengstenkeuring de kampioen van de dressuurpaarden aan een touwtje te hebben!
Bron: In De Strengen, april 2017
Gemma Jansen